dinsdag 21 april 2020

41. Zeer Geacht Bestuur

41
D E    E M M A S T R A A T    F I L E S 

opkomst en ondergang van de RKOLB





41. Zeer Geacht Bestuur


kladversie

In oorlogstijd een brief aan het Bestuur schrijven om nu eindelijk eens.... , je moet maar durven. Toch is dat precies wat acht bibliothecaresses deden. Gelukkig is de kladversie van die brief bewaard gebleven.
Kladbrieven zitten vol met verborgen informatie. Kladbrieven uit het typemachinetijdperk zijn al helemaal een goudmijntje. Ze werden vaak bewaard voor in het archief.
Hieronder de bewuste brief. We bekijken vervolgens de losse onderdelen.


Zeer Geacht Bestuur (EF)

Wat zien we? Bovenaan een datum (de oorlog begint net op stoom te komen), vervolgens een misschien wat overdreven beleefde aanhef, en het later toegevoegde woord copie
Daaronder in typeletters één lange onafgemaakte zin, voorzien van een paar gebalpende correcties.
Dan diezelfde lange zin, maar nu geschreven, sterk aangepast, en afgemaakt.
Hierna acht namen van ondertekenaars, de meeste kennen we inmiddels. 
En ten slotte de mondelinge reactie, in een paar woorden weergegeven.

Eerst het getypte deel.



Eén zin, die na 36 woorden abrupt afbreekt. Vreemd, want het einde was in zicht; alleen het woordje ontbreekt ontbrak nog.
Wie niet weet hoe een typemachine werkt leze aflevering 27. Voor nu volstaat het om te weten dat je een vel papier eerst uit het apparaat moet verwijderen voordat je er fatsoenlijk op kunt schrijven, en dat je hem daarna nooit meer precies op de goede plek terugkrijgt. Een vel verwijderen is dus een definitieve handeling.
Dit vel papier werd verwijderd. Daarna is iemand de zin eerst grammaticaal gaan doorvlooien. Dat dit accuraat gebeurde, blijkt uit het feit dat het woordje al al gelijk sneuvelde, en terecht: het was overbodig.

Heel oplettend werd vervolgens aangeven dat je niet in dezelfde zin kan spreken van ondergeteekenden (3e persoon meervoud) , en daar dan naar laten verwijzen door onze salarissen (1e persoon meervoud). Dat is vergelijkbaar met Jantje die een brief aan de meester schrijft dat hij gisteren niet op school heeft kunnen komen, en deze ondertekent met: mijn moeder.



In de brief is een soort van lijntje getrokken tussen ondergeteekenden en onze, waarna onze is gecorrigeerd naar hare (tegenwoordig zouden we hun schrijven). Dat lijntje werd pas later toegevoegd: het is blauw, terwijl alle andere correcties in het zwart zijn gemaakt. Misschien heeft iemand anders dit gedaan, nadat was gebleken dat de typiste niet begreep wat er niet klopte.

Tenslotte heeft de correctrice de hele passage maar doorgestreept, dat kan alleen in die volgorde zijn gebeurd. Je gaat immers niet eerst een hele zin verwerpen en er daarna in zitten corrigeren. Na het doorhalen heeft ze er dan een volledige en verbeterde versie onder geschreven. Waarover zo meer.

Als we nu wat ruimte geven aan onze fantasie, dan zien we het helemaal voor ons als een film. Maart 1941. Het is koud buiten voor een maartdag. Een van de bibliothecaresses op de hoofdvestiging aan de Herengracht zit achter de typemachine. Zojuist is ze aan deze brief begonnen. Maar nog voor de eerste zin er helemaal uit is geperst, slaat de twijfel toe. Is de toon, die voor dit schrijven een uiterst delicate aangelegenheid is, wel juist getroffen? Zijn de woorden niet te hard en te ruw voor het beoogde doel, het verzoeken om een salarisregeling? Even voor alle duidelijkheid: er bestond toen nog niet zoiets als een OR, het personeel moest dus voor zichzelf opkomen.


Bep Damen in haar werkkamer aan de Herengracht, vermoedelijk in 1939 (foto KDC)

Bep Damen
, die aardige en menselijke directrice waarover we al zoveel hebben geleerd, zoals dat het in haar familie wemelde van de varkensslachters, komt toevallig langs, of ze wordt erbij geroepen. De immer vriendelijke Bep zegt: "Geef maar, dan kijk ik er wel even naar." Het vel papier wordt uit de typemachine getrokken. Bep legt het op tafel en buigt zich erover. Ze krabbelt er de genoemde correcties bij, maar besluit al snel dat het hopeloos is, pakt een stoel en gaat zitten. Nu schrijft ze er met zwart in dat typische handschrift van haar (dat moet nog wel even worden aangetoond) een compleet nieuwe brief onder. 




Het is aardig om Beps tekst te vergelijken met de oorspronkelijke getikte tekst. Dankzij een paar minuscule wijzigingen is alles net iets prettiger van toon geworden. Voor wie moeite heeft met het handschrift:

In verband met de naderende Bestuursvergadering van de R.K.O.L.B. zouden ondergeteekenden nogmaals de aandacht van alle Bestuursleden willen vestigen op 't feit, dat 10 jaar na de opening van de Leesz. een regeling van haar salarissen nog altijd ontbreekt.
Mogen wij U dringend verzoeken om de tot-standkoming hiervan Uw medewerking te willen verlenen?

Dat vraagteken is er pas later aan toegevoegd. Op de scan is het amper waar te nemen, maar het is met een potlood gezet, terwijl de tekst met balpen werd geschreven. Ook het doorhalen van van is met een potlood gebeurd.


aanklacht

In de brief zit een aanklacht verstopt: 

- nogmaals de aandacht vestigen. Dit is kennelijk niet de eerste poging. 
- Alle Bestuursleden, niet de bestuursleden. Iedereen moet zich aangesproken voelen.
- 10 jaar na de opening van de Leeszaal, ook zo'n zinnetje dat maar één functie heeft: de Bestuursleden inwrijven dat ze dit verdomme al een decennium, sinds de stichting van de RKOLB, hebben laten liggen.
- En ten slotte: Mogen wij U dringend verzoeken

Vier fluwelen woordkeuzes om het Bestuur, een gezelschap van conservatieve oudere mannen die zelf nimmer om geld verlegen hebben gezeten, te overtuigen van de urgentie van het probleem. Alles eloquent verpakt.

Daar komt bij: het is oorlogstijd. De toekomst is onzeker, wat een salarisregeling extra gewenst en zelfs noodzakelijk maakt: die zou een klein beetje zekerheid geven. Lees ook de vorige twee afleveringen, hier en hier, over de miezerige salariëring die gangbaar was bij openbare bibliotheken. Dit mede omdat het om zogenaamd vrouwenwerk ging.



Met de meeste achting (denk ik dat m.d.m.a. destijds betekende).
Geteekend 8 stuks.

Eerst stond er nog 7. Er is er een bijgekomen.

Daaronder zijn pas later de acht namen overgeschreven van degenen die de nette versie van de brief - de versie die de deur uit ging - hadden ondertekend: Coebergh, v.d. Hulst, Hermans, Jansen, Keve, Tiebackx, Kroes, Bannenberg. De meeste van die namen waren we al eens tegengekomen. Bannenberg nog niet, maar die naam op deze kladbrief heeft deze week wel weer geleid tot een nieuwe identificatie van een van de leden van the A-Team. Daarover binnenkort meer.

Het is een vaardige, geroutineerde hand die deze brief heeft opgesteld.
Bep Damen verkeerde als directrice niet in de hiërarchische positie om een dergelijke brief te schrijven, laat staan te ondertekenen. Ze heeft haar medewerkers echter wel aangespoord om dit te doen, hen daar zelfs bij geholpen, en ieder geadviseerd om hem te tekenen: eendracht maakt macht.

Niet alle bibliothecaresses hebben uiteindelijk hun naam eronder durven zetten, er was ook enige moed voor nodig. Want als wettelijk handelingsonbekwame vrouw in oorlogstijd wilde je niet de toorn wekken van het Bestuur van de organisatie waar je voor werkte.

Maar er staat nog meer. Helemaal onderaan is in hetzelfde handschrift bondig geformuleerd hoe het Bestuur op de brief reageerde:



Mondeling beantwoord. Motief: verh. niet mogelijk.
p.v.g. M. Witteman gevraagd.

Zou verh. verhoging betekenen, in dit geval: loonsverhoging? Niet direct een onderdeel van een salarisregeling, maar vaak wel een voortvloeisel daarvan. En in 1941 was er nog gewoon geld in omloop als wettig betaalmiddel, terwijl er ook echt op de kleintjes moest worden gelet.
Wat p.v.g. betekent en wie M. Witteman (Mr?) was, blijft vooralsnog onduidelijk. Of zat Witteman in het Bestuur? Het Bestuur heeft zich kennelijk niet verwaardigd om een schriftelijk antwoord te geven op deze smeekbede, maar de brenger van de brief, vermoedelijk Bep zelf, ad hoc afgepoeierd.

Dat Bep deze brief geschreven heeft, moet dus nog wel even bewezen worden. Het is beslist haar stijl: zorgvuldig, behoedzaam, fantasieloos én een tikje houterig. Vergelijk deze brief  met haar stuk Waarom wij werken uit 1934. Zie ook de aflevering uit februari.
Helaas heb ik nog geen geschreven tekst van haar gevonden waarvan zeker is dat deze van haar hand is. Op het moment dat dit wél gebeurt en de handschriften komen overeen, blijkt alles te kloppen en kan ook deze zaak worden gesloten.


De Emmastraat Files


Tot slot die steeds terugkerende vraag die als een groot mysterie boven dit blog hangt. 
Iemand heeft ooit besloten om een stapeltje documenten te selecteren uit een ongetwijfeld veel grotere stapel, en deze te bewaren. Waarom? Voor wie? En waarom is dan ook deze op het oog onbeduidende brief uitgekozen? 
Alleen iemand die bij het schrijven van het bovenstaande verzoek aan het Bestuur betrokken is geweest, op die kille dinsdag 11 maart, 1941, zou de waarde ervan hebben kunnen inschatten. En dat is dus óf een van de acht ondertekenaars geweest, óf Bep Damen zelf. 



=O=O=O=O=O=O=O=O=O=O=O=O=


Stijn Fens in Trouw over De Emmastraat Files:

"Prachtige geschiedschrijving. Achteruitdenken en voorzichtig omwoelen tot je meer weet."

Lees Stijns hele tot nadenken stemmende column, over het belang van de tijd nemen voor dingen, hier.

Artikel van Wim Keizer in Bibliotheekblad over De Emmastraat Files:

hier (pdf).

extra service:

Wilt u nieuwe afleveringen voortaan per mail ontvangen? Dat kan heel simpel. Zet in het vak bijna helemaal bovenaan deze pagina, waar nu Email address... staat, uw emailadres.
Staat dat vak er niet? Doe het dan even op een pc/laptop. Op sommige telefoons valt het weg.

Druk nu op de knop Submit rechts, en bevestig het bevestigingsmailtje wat er vervolgens in uw mailbox valt. Dat is alles!



Volgende keer: 42. het terreurinstituut Idil. Hier.
Vorige keer: 40. Een vrouwenberoep (2). Hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten