maandag 3 juni 2019

1. Inzegening (1)




D E    E M M A S T R A A T    F I L E S 

verzuiling en ontzuiling van de openbare bieb





1. Inzegening (1)



revolutiejaar 1848

De Grondwetsherziening van 1848 maakte wettelijk een einde aan de achterstelling van de rooms-katholieken in Nederland. Een paar decennia later kwam de Verzuiling op gang, het verschijnsel waarbij groepen zich van elkaar afsplitsten op grond van hun levensbeschouwing. Iedere groep streefde vervolgens naar eigen scholen, ziekenhuizen, verenigingen, kranten, radio-omroepen, vakbonden, ja zelfs lectuur, en bleef zo veel mogelijk binnen zijn eigen zuil. 

Katholieken emancipeerden en organiseerden zich razendsnel. In Amsterdam werd de ene na de andere rooms-katholieke kerk uit de grond gestampt. Een daarvan was de monumentale Obrechtkerk (1911), gebouwd door Jos Cuypers (een zoon van Pierre) en Jan Stuyt.


de Obrechtkerk uit 1911, ansichtkaart (collectie Tiggeler)

godsdienststrijd


Verzuiling of niet, van vreedzame coƫxistentie was nog geen sprake. In de kranten woedden er felle polemieken tussen diverse gezindten. Ook de sociaal-democraten, in principe a-religieus, deden hier aan mee.

Maar deze virtuele godsdiensttwisten breidden zich uit naar de Amsterdamse straten. Dit boekje  van de aanvankelijk gereformeerde maar later hervormde en daarna sociaal-democratische papenhater Johan Scheps laat ons meegenieten van de knokpartijen die er werden uitgevochten. Directe aanleiding voor een matpartij was nogal eens de colportatie van anti-roomse lectuur in de opzettelijk provocerende nabijheid van een katholieke instelling. De gemeentelijke verordening die dit verbood binnen een straal van 200 meter van een kerk, maakte het er eerder slechter op dan beter.


"Roomse straat-terreur, maar.... Amsterdam ligt niet in Limburg"  door J.H. Scheps (bron: Delpher)


"Roomse straat-terreur...." (1931) door J.H. Scheps (bron: Delpher)

heidense lectuur bij de OLB

Dit gedoe zal er zeker toe hebben bijgedragen dat er binnen de katholieke zuil behoefte ontstond aan een eigen leeszaal en bibliotheek voor katholieken van alle opleidingsniveaus. Ook was het zaak om gelovigen los te weken van de bijzonder populaire Openbare Leeszaal en Bibliotheek, waar zij het risico liepen om te worden blootgesteld aan heidense lectuur. De OLB, een particulier initiatief en niet-confessioneel, bestond inmiddels zo'n tien jaar, en ontving subsidie van het Rijk.
Deze ontwikkeling was recent overal in het land op gang gekomen: in 1929 waren er inmiddels vierentwintig steden met een rooms-katholieke openbare bibliotheek. Ze lagen  zonder uitzondering zuidelijker dan Amsterdam.


wijwaterkwast

Op zaterdag 22 februari 1930 was het zover: het eerste filiaal van de RKOLB opende officieel de deuren. Het filiaal werd in stijl plechtig ingezegend, compleet met gebed, en afgemaakt met de wijwaterkwast.


uitnodiging voor de plechtige inzegening, februari 1930: voorkant (EF)
Hierboven de voorkant van de uitnodiging voor de inzegening. De afbeelding is opvallend asymetrisch, om niet te zeggen lelijk op het papier gedrukt, daar kom ik later op terug.
Het eerste filiaal was in de Jacob Obrechtstraat op nr 36 parterre, op een paar huizen afstand van die schitterende Obrechtkerk, amper twintig jaar oud, onder welke parochie het ook viel. Het pand was feitelijk een woonhuis uit de jaren '90 van de 19e eeuw, in een zeer goede buurt nabij het Vondelpark.


Augustinus

Op de tekening zien we St. Augustinus (354-430), belangrijke kerkvader en theoloog. Enthousiast toont hij ons een opengeslagen boek. De verticale woorden Tolle Lege naast Augustinus betekenen Neem [en] Lees. Hoe moeten we ze duiden? Augustinus zelf schrijft in zijn Belijdenissen:

Zo sprak ik en ik weende in de bitterste verbrijzeling van mijn hart. En zie, daar hoor ik een stem uit de naburige woning, alsof een knaap of een meisje, dat weet ik niet, op zingende toon zei en dikwijls herhaalde: "Neem, lees; neem, lees."

Lees zelf verder hoe dit zou leiden tot Augustinus' wonderbaarlijke bekering tot het christendom, pagina 116. Besef: ook u kan dit overkomen, niemand is veilig. Sla dus nooit zomaar een boek open, maar zorg altijd voor degelijke bescherming.

Neem en lees, een ijzersterk geen gezeik-motto voor een openbare bibliotheek! Vergelijk met de slogan Run and Fun waarmee in 2007 de toenmalige directie de functie van de nieuwe centrale openbare bibliotheek aan de Oosterdokskade samenvatte.

Het filiaal kreeg dus de naam St. Augustinus, en met reden. De kerkvader was een veelzijdige lezer, denker en schrijver geweest, die zelf .....


"Het filiaal is gesteld onder bijzondere bescherming van den groten belijder en genialen kerkleeraar St. Augustinus, die zelf een bibliotheek volgeschreven (heeft)."  (anoniem verslag, 1930?, EF)

uitnodiging voor de plechtige inzegening, februari 1930: tekst binnenin (EF)

In de tekst van de uitnodiging is er sprake van de R.K. Openbare Leeszaal en Boekerij. Boekerij is een ouderwets woord voor bibliotheek. We zullen nog merken dat gedurende het eerste decennium de RKOLB allesbehalve consequent was in de naam waarmee zij aan zichzelf refereerde.

Wat is een lekenapostolaat? Volgens een definitie uit die tijd is dit het werk dat de leken individueel of georganiseerd doen tot uitbreiding van het Rijk Gods. Het Lekenapostolaat van de Obrechtparochie was twee jaar eerder opgezet speciaal met het doel om te komen tot de oprichting van een rooms-katholieke openbare bibliotheek.

De bijna achteloze toevoeging voor Zuid in de uitnodiging geeft aan dat er in dit stadium al vergaande plannen waren tot het vestigen van een netwerk van RKOLB's in Amsterdam.


gebed bij de plechtige inzegening, februari 1930 (EF)

God, Heer der wetenschappen

Hierboven een afbeelding van de kaart met het gebed, dat men ter plekke ronddeelde en uitsprak op die gedenkwaardige 22e februari 1930. Keurig met bronvermelding onderaan: het Rituale Romanum , een rooms-katholiek liturgisch handboek in het Latijn, dat vol staat met rituele teksten voor de meest uiteenlopende doelen. De eerste druk stamt uit 1614. Dit praktische boek werd later vertaald als Liturgie van de Sacramenten en andere kerkelijke vieringen.
Op pagina 326 vinden we ons gebed in het Latijn, ingeklemd tussen het gebed voor drukkerijen en dat voor archieven: Benedictio Bibliothecae. 


Links: de voorkant van de gebedskaart. Rechts: de voorkant van de uitnodiging, met de asymetrische druk (EF)

Op de voorzijde van deze gebedskaart staat dezelfde afbeelding als op de uitnodiging. Precies even groot, terwijl het papierformaat van het gebed een stuk kleiner is. Is hierin de verklaring te vinden voor de onevenwichtig naar links geplaatste opdruk op de uitnodiging?


de volgende keer
In de volgende aflevering gaan we de smoelen bekijken van degenen die er allemaal op de inzegening waren. Ook proberen we uit te vissen welk kunstje de vrouwen in het gezelschap demonstreerden op die koude maar stralende winterdag van 22 februari 1930.



Vorige aflevering (inleiding): hier.
Volgende aflevering: hier.