dinsdag 11 juni 2019

2. Inzegening (2)


D E    E M M A S T R A A T    F I L E S 

verzuiling en ontzuiling van de openbare bieb


2. Inzegening (2)


een welbestede middag
Onder: een verslag van de plechtige inzegening van RKOLB-filiaal St. Augustinus op zaterdag 22 februari 1930. Het verscheen in De Obrecht, het krantje van Onze Lieve Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans, ofwel de Obrechtkerk, vrijwel pal naast het nieuwe filiaal. De middenpagina's van deze editie - zie foto - vormen een onderdeel van de Emmastraat Files.

Middenpagina's van de Obrecht, februari 1930 (EF)
Hier een gedetailleerde en leesbare scan van de bovenkant van de pagina; hier de onderste helft.
Een doodnormaal verslag? The devil is in the detail!


Boven: de schrijver is het opgevallen hoe verscheiden het gezelschap was.



De Zeereerw. Heer Pastoor, dat was de vernieuwer H.W.J. Hoosemans (1877-1953), pastoor aan de Obrecht-parochie.

Uit bovenstaande blijkt dat het aanvankelijke plan om te komen tot een parochiebibliotheek al snel werd verbreed tot een veel ambitieuzer streven: een compleet netwerk van bibliotheken stichten verspreid over de stad. We gaan nog zien of men in die opzet zou slagen.

Geloof en Wetenschap was een rooms-katholieke vereniging, die sinds 1891 zetelde aan de Herengracht op nr. 415. Dit pand zou later de centrale vestiging van de RKOLB worden.

Met de passage Behoorlijk geoutilleerd en door leden gesteund zou deze inrichting zeer zeker in de toekomst op subsidie kunnen rekenen doelt de schrijver op het feit dat de RKOLB in de nabije  toekomst subsidie van het Rijk kon krijgen, als werd voldaan aan bepaalde voorwaarden.



Ook hier wordt gerept van het aanvankelijke voornemen om - slechts - een parochiebibliotheek te stichten. De Derde Orde was een Franciscaner orde van leken, die haar complete collectie van drieduizend boeken (een andere bron spreekt van tweeduizend) doneerde.



Om in aanmerking te komen voor die subsidie, diende de RKOLB dus wel te beschikken over eigen kapitaal. De schrijver hamert hier een paar keer op: Er zijn nog goede giften noodig...  
En een waarschuwing in boomrijk rooms proza: Indien het stamhuis aan de Heerengracht niet krachtig wordt vastgeworteld, zal ook de zijtak in de Obrechtstraat moeten gaan kwijnen.




Nogmaals subsidie! En laat iedere rooms-katholiek die daar vies van is beseffen dat:
...het trekken van subsidie nu eenmaal [moet] gebeuren, nu ja, omdat iederéén van de staatsruif haalt wat hij kan.

Om te vervolgen met een arrogante opmerking, of is het zelfspot, een stijlmiddel dat roomsen zo goed beheersten?:
.... en de kinderen des lichts zich niet al te veel door de zonen der duisternis ook dáár moeten laten overvleugelen.
Drie maal raden wie er worden bedoeld met de kinderen des lichts en de zonen der duisternis.

En dan deze opmerkelijke zin:
... met politieke macht alléén zijn wij er nog lang niet: ons geloof moet ons leven, moet het leven beheerschen.

In die tijden was het dus alles of niets: om een kind van het licht te worden en te blijven, moest het geloof zich nestelen in alle facetten van het leven, het moest bezit van je nemen.



Gymnastische orde-oefeningen! Ga weg! Gaat het hierom?
uit: Handleiding voor aankomende onderwijzers en onderwijzeressen in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek, 1898
Maar tot welk doel? En dit allemaal in die kleine ruimte waar al eenentwintig mensen in gepropt waren - zie foto hieronder?
die orde-oefeningen werden verricht door eenige dames van de bibliotheek. Doelde men op de aanstaande bibliothecaresses? Waarom deden er geen heren mee met deze oefeningen? Staan deze dames van de bibliotheek op de foto? 

Tenslotte de photograaf die het gezelschap in bad stopte - het was per slot zaterdagmiddag, traditioneel badtijd. We zien het resultaat in het artikel, maar ook hieronder: de originele foto. Deze bevond zich in de Emmastraat Files. Er zit een lelijke scheur in, die van achteren is geplakt.

groepsfoto, 22 februari 1930 om 15.30 (EF)

Let op de klok rechts: half 4, de plechtigheid heeft dus anderhalf uur geduurd. Daarnaast een omgevallen of platgelegd fotolijstje.



Een groepsfoto van drie keer zeven mensen: inderdaad jong en oud. Het getal 7 speelt een opvallende rol. Er zijn zeven vrouwen. Zeven geportretteerden dragen een bril. Zeven zijn geestelijken. Vier mannen roken zichtbaar een sigaar tijdens het maken van de foto, maar het zijn er vast zeven.



 De zittende man rechts heeft zelfs as gemorst. Viespeuk!



Zeven mannen dragen een stropdas. Vier vrouwen hebben een jas aan en een hoed op. Dat is merkwaardig: geen van de anderen draagt een jas. Hadden deze vrouwen het koud? Waren ze al aan het vertrekken toen iemand hen op het laatste moment herinnerde aan het fotomoment? Het lijkt een slordigheid van de fotograaf. Die had hen uit hun jassen en onder hun hoeden uit moeten praten.



Achteraan moet iemand op zijn tenen gaan staan om te voorkomen dat hij in 2019 niet wordt meegenomen in deze bespreking.



Ook het feit dat zeven van de geportretteerden niet in de lens kijken mag hem worden aangerekend. De zittende man links kijkt wel heel erg de verkeerde kant op. Was deze foto een haastklus?



De geestelijke rechts van het midden is pastoor Hoosemans, de hoofdrolspeler van deze middag. Geen doorsnee vent, dat zie je ook aan die intense contact makende blik. Niet alleen stond deze geboren Texelaar aan de wieg van de RKOLB in Amsterdam, de jaren ervoor had hij al zijn stempel gedrukt op de radicale herinrichting van zijn Obrechtkerk, waar hij sinds 1925 pastoor was.




Onderstaand schilderij van Hoosemans op latere leeftijd hangt in de pastorie van de Obrechtkerk.


pastoor Hoosemans, schilderij in pastorie (foto van auteur)

In de vierde man van links, achterste rij, herkennen we C.M.J.F. (Carel) Goseling, de latere minister van Justitie. Carel zou in 1941 in Buchenwald sterven aan longontsteking, een paar maanden nadat de Duitsers hem hadden opgepakt, als gevolg van een tragische persoonswisseling. Waarom was hij hier uitgenodigd? Mogelijk omdat hij de weg kende in Den Haag, en zo kon meehelpen met het lospeuteren van subsidie bij het Rijk.



Sommige van de mannen hebben zeer markante trekken. We kunnen spreken van roomse koppen, even ondefinieerbaar als onmiskenbaar. Ik zie ook idealisme, vastberadenheid, ik zie mensen met een missie. En een vleugje voldaanheid: zo, de kop is eraf!

De foto werd geschoten in het huis pal naast (links van) het parochiehuis. Dat pand, en ook het pand daarnaast, heeft geen huisnummer, nooit gehad ook, niemand weet waarom niet. Gezien het heiligenbeeld links en het kruis rechts zal het bij de kerk hebben gehoord. Tegenwoordig heeft het pand waar de bibliotheek vroeger zat nr 38 als huisnummer.

Met deze groepsfoto uit 1930 ben ik nog niet klaar. Wie zijn de zeven dames? 


Die man in het midden is de deken Van Noort. Niet de eerste de beste; toch wordt hij nergens genoemd.


de volgende keer

In de volgende aflevering zien we het vers ingezegende filiaal aan de buitenkant, en bekijken we de eerste lichting bibliothecaresses van dichtbij. Staan er oude bekenden op?



Vorige aflevering (1. inzegening 1): hier.

Volgende aflevering (3. Obrechtstraat 36): hier.